Ons Heer en zijn creatie

Als ons Heer neer kijkt op zijn creatie, wat moet hij dan denken. Ik heb ze nen boom gegeven met vruchten die ze niet mochten eten en z hebben er voorwaar niet alleen van gegeten, ze hebben er nog pijl en boog van gemaakt en knotsen. En nu slaan ze daar mee elkaar zelfs niet meer de hersens in. Neen dat ligt daar nu in een museeum met de woorden bij, kijk zo deden ze dat in den tijd van Christus. Ze hebben nu geweren en pistolen. Dat is gemakkelijker en het geeft niet zo een vuiligheid. En zo zijn ze malkander aan het bestoken met duizend bommen en granaten. En waarom ze dat doen? Uit naam van God. Ik denk dat den Duvel ze daar beneden weer eens allemaal goed heeft liggen gehad. Hij heeft ze weer vanalles wijsgemaakt. Wat is t gevolg, sommigen zijn er heel rijk van geworden en veel zijn er straat arm van. Wat kan ik daar nu aan doen, denkt hij dan en hij zucht nekeer.. 't is nu zo, sommige slapen in een gouden bedde en sommige in het stro. Van teen wordt ge lui en van t ander krijgt ge luizen.